Geschiedenis

‘Het is een altijd nog een wat wonderlijke gedachte dat wij hier wonen en werken op de bodem van de voormalige Zuiderzee. Waar eens de vissen zwommen liggen nu de vruchtbare kavels land, zien we wegen en bomen. Waar eens de schepen op de woelige baren rondzwalkten, zien we nu dorpen, kerken en boerderijen. Welk een ontzaggelijke prestatie heeft de mens hier verricht door de drooglegging en het in cultuur brengen van de bodem der zee; door het opbouwen van een nieuwe samenleving.’

Dit zijn de eerste regels uit het notulenboek van de in 1958 opgerichte Christelijke muziekvereniging Luttelgeest. In het nieuw gevormde land met een samenleving die van de grond af opgebouwd moest worden, lag de uitdaging bij de bewoners om er samen de schouders onder te zetten om een leefbare gemeenschap te vormen. Een vijftal enthousiaste pioniers, die vonden dat een fanfare zeker thuishoorde in dorp, sloegen de handen ineen en begin 1958 was Chr. muziekvereniging “Melodia”  Luttelgeest een feit.  6 Mei 1958 was de aftrap en begonnen de repetitie’s olv. Frits Bode op gehuurde instrumenten. Al snel konden er nieuwe instrumenten aangeschaft worden….een stevige basis was gelegd.

Sinds die tijd is er veel veranderd binnen de club. Er kwamen en gingen vele muzikale dorpsgenoten, de tweedehands instrumenten werden vervangen door goede exemplaren. Ook de muziekkeuze ging met de tijd mee: het repertoire bestond in de beginjaren  vooral uit marsen en koralen, later werden er steeds meer werken speciaal voor fanfare gecomponeerd. Omdat deze werken niet geschikt zijn om marcherend op straat te brengen maakte ’MELODIA’  midden jaren 70 de keuze om niet meer op straat te marcheren, dit lieten ze graag over aan de drumfanfares. In  het geven van concerten met het nieuwe repertoire lag meer uitdaging voor onze vereniging.

Tegenwoordig bestaat Melodia uit drie onderdelen; MSO (Melodia School Orkest) BEM! (Beginnersensemble Melodia) en MFO (Melodia Fanfare Orkest) en staan onder muzikale leiding van Hans Jonker.

Alle onderdelen maken op hun eigen niveau enthousiast muziek, want dat staat na al die jaren nog steeds overeind: samen muziek maken is het leukste wat er is. Het roept emoties op, is kicken wanneer het muzikaal lukt en mooi klinkt en brengt verbroedering tussen jong en oud. Want dat is het unieke aan de club; er wordt door jong en oud samen muziek gemaakt, die verrassend en veelzijdig is

In 2008 heeft Melodia haar 50 jarig bestaan vereeuwigd door een compositie opdracht te geven aan de componist Menno Haantjes.

Het is een prachtig stuk geworden met de titel Illusion ‘d Optique.

Illusion d’Optique (gezichtsbedrog) is op een aantal manieren van toepassing op deze compositie. Als eerste de naam Luttelgeest. De meeste mensen kennen het woord luttel, dit betekent klein. Het woord geest kent vele betekenissen. Waarschijnlijk verwijst geest in Luttelgeest naar een zandrug (geestgrond) nabij de duinen van de vroegere Zuiderzee. Dat de bewoners van Luttelgeest klein van geest zouden zijn is dus pertinent onwaar. Zie hier het eerste gezichtsbedrog. Luttelgeest is een dorp in de (relatief) jonge Noordoostpolder. Archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat in een ver verleden dit nieuwe land reeds bewoond is geweest. Het wassende water heeft de toenmalige bevolking verdreven. Nieuw land, of illusie? Voor nieuwe polderbewoners en mensen die op doorreis zijn, lijken de lange rechte wegen van het polderlandschap in het begin oneindig. Bovendien lijkt de polder saai. Na enkele keren blijkt dat dit gezichtsbedrog is, het polderlandschap is een afwisselend geheel, met bos, water, agrarische bedrijven en bovendien een veelzijdige flora en fauna. Bepaald niet saai.

De inleiding van Illusion d’Optique bestaat uit het wroeten in de bodem van het nieuwe land. Dan volgt een rit door de polder op de lange, schijnbaar eindeloze wegen. Het lijkt allemaal op elkaar, er komt geen einde aan. Er ontstaat een toestand van ontreddering. Vissers haalden zo nu en dan stenen op in hun netten voor de kust van Kuinre. Zij beweerden dat deze stenen van een verdwenen kasteel kwamen. Na het droogleggen van de Zuiderzee stuitten arbeiders hier op restanten van een mottekasteel (15e eeuw). Het blijkt te gaan om een oude burcht van De Heer van Kuinre, Heynric die Crane (Hendrik de Kraanvogel). Tijdens één van de grootste overstromingen, 23 oktober 1406, kwam de dochter van Heer Heynric om het leven. Zij werd verzwolgen door de golven. Heynric kon het verdriet niet verwerken en meende zijn dochter na haar dood nog waar te nemen op het landgoed. De door vrouwenstemmen gezongen hymne, verklankt haar verschijning. Heer Heynric stichtte een nieuwe burcht, meer landinwaarts. Er wordt beweerd dat deze burcht Luttelgeest genoemd werd, ter nagedachtenis aan zijn dochter. De ingebruikname werd door feestelijke muziek omlijst. De Heer van Kuinre probeert het gewone leven weer op te pakken, maar de herinnering blijft. Dat het polderlandschap bepaald niet saai is, is in het laatste deel van Illusion d’Optique te horen. Dit deel is een ode aan de prachtige natuur, afwisselend en veelzijdig, de rust en de grandioze uitgestrektheid. Het laat horen dat niets is wat het lijkt.